Mijn blog over sport kruimels op tafel
koffiekoeken de koers het leven een lekke band
"Denk eens goed na", zei zijn weduwe Maria me enkele jaren geleden.
"Aan wie doet hij jou denken? Wie is er goed in de sprint en wint ook van die mooie koersen? Voilà, juist. Tom Boonen."
Maria Braeckman, bakkersdochter, overleed enkele jaren geleden. Haar man, Achiel, was al langer gestorven. Dat was op 23 juli 1984. Hij was 66 jaar.
Maria leerde Achiel kennen toen ze zeventien was. De jonge Achiel had toen al laten zien dat hij een stukje kon fietsen. Van zijn grootvader had hij een fiets gekregen. Een damesfiets, dat wel. Maar toch. Hij was zot van die fiets. Alleen: moeder Buysse vond dat allemaal maar niets. Maar Achiel was een doorbijter. En een durver. Dus trok hij naar de koers, even verderop in zijn dorp. Naar Wetteren-ten-Ede. Met zijn damesfiets. Ach, wat kon het hem schelen. Hij zou koersen. En als dat voor het eerst op een damesfiets zou gebeuren? Zo erg was dat toch niet?
Achiel won. Direct al zijn eerste koers. Hij was blij, opgewekt. Want hij had centjes gekregen. Stel je voor, dacht hij. "Ik heb gewonnen", riep hij toen hij zijn moeder die avond bezig zag in de keuken.
De vrouw keek raar op. "Gewonnen? Met wat, manneken?" Achiel, nog altijd opgewonden: "Met koersen! Hier, centjes!"
Maria, lachend, toen in ons gesprek: "Zijn moeder gaf hem 'pletsen' op zijn hoofd. Een keiharde oorveeg. Koersen, dat mocht niet."
Hoe dan ook: het was de start van een indrukwekkende carrière. Zijn drie overwinningen in de Ronde van Vlaanderen - in 1940 en 1941 in zijn eigen Wetteren, in 1943 in Gent - maakten Achiel Buysse legendarisch. Wetteren was tot in 1961 - op hier en daar een jaar na - de uitverkoren aankomstplaats van de organisatoren. Het was dan kermis in het dorp. Of eigenlijk: het was nog beter dan een kermis.
Buysse deed het uitstekend tijdens de oorlogsjaren. En dat betekende dat hij kon genieten van een milder regime. "We hadden toen al twee kinderen, Clara en Erna", zei Maria. "Achiel moest maar drie dagen in het leger. Dat kwam de burgemeester me zelf vertellen."
Buysse was prof bij Dilecta in Frankrijk en bij Thompson. In 1948 werd hij Belgisch kampioen. Daarnaast won hij - onder meer - de Scheldeprijs, Kuurne-Brussel-Kuurne, de Omloop der Vlaamse Gewesten. Kortom: Buysse was een topper. Maria, nog eens: "Denk eens goed na. Aan wie doet hij jou denken? Wie is er goed in de sprint en wint ook van die mooie koersen? Voilà, juist. Tom Boonen. Als het maar koersen waren boven de 200 kilometer. Die lagen hem goed. En als ze hem meenamen naar de streep, dan waren ze geklopt. Afzien, en dan het afmaken in de sprint. Dat kon Achiel. Neen, zijn tegenstanders vonden het niet leuk."
Achiel bleef beroepsrenner tot in 1950. Het einde was wat wrang. Het liep al allemaal niet meer zoals hij het zelf wou. En tijdens een koers in Sleidinge werd hij door een zatte man op een motor omvergereden. Hij had een schedelbreuk. Achiel werd nooit meer de oude. Hij bleef wel nog wat koersen. Maar hij was bang geworden. Hij durfde niet meer.
En dan houdt het op, natuurlijk.
De familie Buysse bleef een begrip in Wetteren. En de koers bleef een stuk van het leven van de familie. Clara kreeg Luc Colyn als schoonzoon. Colyn was prof in de jaren 1980 en 1990. Hij werd vierde in de Ronde van Vlaanderen van 1983. Dochter Erna kreeg een zoon, Pascal Elaut. Die won in de jaren 1990 enkele kermiskoersen. En Christine, de jongste dochter, trouwde met Michel Vaarten. Vaarten behaalde op de Olympische Spelen van 1976 in Montreal een zilveren medaille in de kilometer op de piste.
Achiel Buysse was beroepsrenner van 1938 tot 1950.