Mijn blog over sport kruimels op tafel

koffiekoeken de koers het leven een lekke band

mail mij!contact

8 juli 2014

Mijn Tourploeg


Oké. Ik heb mijn favoriete Tourploeg klaar. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost (met dank aan André Hazes). Want de criteria om in mijn ploegje te komen zijn niet min.

Kijk maar...

De renner is verplicht (ik herhaal: verplicht) te rijden in een schitterende outfit. Het truitje moet top zijn. Renners van Lampre, Selle Italia - et j'en passe - kunnen daarom nooit (ik herhaal: nooit) in aanmerking komen voor mijn ploegje. Hebben een streepje voor: alle ploegen uit de jaren '70. Of neen. Laten we zeggen: tot 1976.

Bic en Molteni krijgen voorrang.

Ik moet spontaan aan een hit kunnen denken. De hit komt bij voorkeur van vergeten sterren (nog beter: géén sterren!). "Rocky" van Don Mercedes is goed, "Tu sais je t'aime" van Shake is goed. "Arms of Mary" van Sutherland Brothers & Quiver is goed. "Terug naar de Kust" van Maggie Mc Neal is goed.

We rijden alles aan flarden. En dat doen we in de bergen, in de sprints, in de afdalingen, in de proloog en in de laatste kilometer. Daarvoor heb ik specialisten in mijn ploeg.

Naast de specialisten is er een hondstrouwe helper die sleurt en trekt aan de kop van het peloton. En dat doet hij 's anderendaags nog eens, en nog eens en nog eens.

In mijn ploeg zit mijn lievelings-Fransman, de oerrenner van de Tour.

Ik geef aanstormend talent de kans om te rijpen.

Dit zijn ze: Eddy Merckx als kopman, Lucien Van Impe als klimmer, Rini Wagtmans als daler, Martin Van den Bossche als helper, Willy Teirlinck als rijder van de laatste kilometer (die dan ook nog eens uit de greep van het peloton blijft. Reserve: Etienne De Wilde), Bernard Labourdette als Fransman (Guy Sibille is reserve, net als Georges Talbourdet en Romain Bardet), Rudi Altig voor de proloog (oké, hij zal later op doping betrapt worden, maar mijn ploegje heeft dan toch maar mooi de proloog gewonnen én de gele trui. Reserve: Charly Grosskost.), Tim Wellens (hij mag ervaring opdoen tussen de ervaren rotten. Met hem komen we over drie jaar terug om de Tour te winnen. Eddy zal het dan niet meer kunnen.)

Negende man: José De Cauwer. Voor de ploegentijdrit. En mijn man met de oortjes. Kan hij vanuit het peloton commentaar geven en me bijpraten over de chasse patatte van Jens Voigt en Thomas Voeckler.

Reserve: Tim Krabbé. Te oud voor de Tour. Hij mag van mij wel een boek schrijven over een koers die hij op 26 juni rijdt, de Ronde van de Mont Aigoual. Hij geeft het boekje de titel "De Renner". Ik vind dat goed.

 

Terug naar overzicht