Mijn blog over sport kruimels op tafel
koffiekoeken de koers het leven een lekke band
Komaan, mensen, geef maar toe: u vond het mooi, gisteren.
U hebt met plezier gekeken naar Sander.
Juist: Sander Armée.
Sander Armée - uit Leuven, zeggen ze. Neen, uit Herent, hoor ik - van Lotto-Soudal wint nooit. Sander is een steengoed renner, hij kan bergop - dan wint hij de bergtrui in Romandië, bijvoorbeeld. Hij kan op kop rijden, hij kan mannen uit de wind zetten. Ze noemen zulke renners helpers. Maar winnen doen ze niet. Dat hoeft ook niet, dat is niet hun werk.
Maar gisteren, op een donderdag, won Sander wél. Hij zat in een grote kopgroep in de Vuelta, de Ronde van Spanje. Het was weer lastig (het is alle dagen lastig in die Ronde. Ik vind dat mooi. Ik geniet van het afzien van de renners.). Sander had de juiste benen. De benen van Armée zeiden tegen zijn hoofd dat hij er moest in geloven: "Sander, jij kan winnen."
En Sander won. Hij wist het eerst nog niet. De laatste honderden meters keek hij om: waar bleven de renners die gingen winnen? Ze kwamen niet. Loetsjenko niet, Visconti niet, Alaphilippe al helemaal niet. "Ik win", dacht Sander. Nog even doorzetten, en ik win.
Sander kon niet meer bij de rits van zijn truitje, hij won dan maar met de fiere borst ontbloot.
Op sociale media ging het los: zijn zus Nele werd gefilmd (in een café?), de ploeg feliciteerde de man die won, hijzelf was blij.
Ik zag beelden van zijn vriendin, met de duimen omhoog, voor de televisie. Toen moest het mooiste nog komen, vond ik: Julie - zo heet de vriendin - moest toetsen verbeteren. Julie is schooljuf, en een schooljuf verbetert toetsen. Ik vind dat lief: de juf denkt aan haar kindjes, ze trekt rode strepen door foute antwoorden - denk ik - en kijkt naar de televisie. Op Sporza wint Sander, haar vriend. De toetsen zijn goed gegaan, merkt Julie. Sander wint.
's Avonds was het oudercontact. Julie ging praten met de ouders van de kindjes van haar klas.
Het werd een mooie avond.
Ja, toch?